On the road again - Reisverslag uit Kaikoura, Nieuw Zeeland van Marije Terpstra - WaarBenJij.nu On the road again - Reisverslag uit Kaikoura, Nieuw Zeeland van Marije Terpstra - WaarBenJij.nu

On the road again

Door: Marije

Blijf op de hoogte en volg Marije

07 April 2010 | Nieuw Zeeland, Kaikoura

En dan denk je dat je vakantie hebt....het lijkt wel nog drukker dan toen we nog met ons project bezig waren. Er is zoveel tijd en zo weinig te doen (wacht....draai die laatste twee om).


Ik zal een poging doen jullie een beetje bij te praten zonder dat iedereen zelf ook vakantie moet nemen (voor meer details kijken jullie maar op Anne-Marie's weblog ;) ). Ik heb het wel dusdanig lang gemaakt dat mensen die hun sleutelbeen en/of voet gebroken hebben en het daarom rustig aan moeten doen *insert strenge blik hier* even rustig kunnen gaan zitten lezen.


We gaan terug naar *insert wazig geluidje en golvende beelden hier* 11 maart.


Of misschien is 12 maart beter, de elfde hebben we namelijk niet erg veel spannends gedaan, als er iemand geïnteresseerd is in een opwindend verhaal over het opruimen en inpakken der tassen dan mogen ze mij mailen. De twaalfde begon het reizen echt: vol goede moed en in onze wandelkleding stapten wij 's ochtends in de auto op weg naar Mount Ruapehu. Bij deze prachtige berg aangekomen bleek het weer echter dusdanig slecht dat beklimmen sterk werd afgeraden en de zeer aangename stoeltjesliften (die drie uur klimmen schelen) daarom niet gingen. Nou laten wij ons natuurlijk niet zo snel uit het veld, of eigenlijk van de berg, slaan, maar na enige hogere inspectie was het toch dusdanig koud, waaierig en regen-c.q. hagelachtig dat we besloten een kortere wandeling te gaan maken even verderop. Zo gezegd zo gedaan, de wandeling rond Lake Rotopounamu (erg groen!) was erg fraai. We sloegen hierbij twee vliegen in één klap, wij hadden een mooie wandeling en Stefan kon ophouden met ons vertellen dat wij die mooie wandeling nou echt eens moesten gaan doen.
's Avonds togen wij (via de hotpools waar wij een gratis Maori concert kregen) naar Omori waar, hoe convenient, de familie Smith al op ons zat te wachten. Niet!
Theoretisch gezien hadden ze verwacht er al te zijn op dat tijdstip, en theoretisch gezien konden wij naar binnen in het vakantiehuis omdat ze Anne-Marie hadden gesmst waar we de sleutel konden vinden. Praktisch gezien had Anne-Marie's telefoon toch niet zo heel goed bereik (of gewoon een slecht humeur) en hadden we daardoor alleen dat ene smsje niet ontvangen waar de sleutelinformatie in stond. Maar de sterren waren wel mooi.


Theoretisch gezien wilden we de volgende dag naar Waitomo Caves gaan. Praktisch gezien hadden wij enige moeite met ontwaken en besloten we nog maar een dagje rond Omori door te brengen. Erg leerzaam, we weten nu hoe je de befaamde 'lollytree' (snoepjesboom) herkent en ik heb even voorgedaan dat je ook best in je kleren kunt gaan zwemmen.
Theoretisch gezien konden wij immers de volgende dag ook wel naar Waitomo Caves. Praktisch gezien hadden we echter een lampje aangelaten in de auto. Gelukkig hebben ze hier een iets andere definitie van de AA en waren we na een uurtje wachten in de zon (van een glaasje vruchtensap voorzien door de buurvrouw) weer op weg.


Dus toen echt Waitomo Caves. Even voor de duidelijkheid, Waitomo Caves is een dorpje in een gebied dat bekend staat om de vele kalksteengrotten en gloeiwormen. Er zijn hier tal van activiteiten, waarvan wij er uiteraard een aantal hebben uitgeprobeerd. Om rustig te beginnen (en omdat alles verder al was volgeboekt door ons laat-op-de-dag-arriveren) maakten we eerst een avondwandeling door een 'gloeiwormenbos' met een aantal kleine grotten. De volgende dag besloten we iets actievers te gaan doen, 'black water rafting' klonk wel spannend, hoewel ik geen idee had wat het inhield. Om een interessante ochtend kort te maken: je hijst jezelf in een wetsuit, krijgt een rubber drijfband aangereikt en gaat half-lopend-half-drijvend een stukje door een grottenstelsel (in ons geval Ruakuri-grot) onderwijl belicht door gloeiwormen. Beetje jammer van de schreeuwende Texanen (ik dacht dat ze het 'singing' noemden), maar toch zeer de moeite waard. Ook lekker donker daarbeneden.
Maar we hadden nog niet genoeg gloeiwormen gezien (ze zijn zo leuk!), dus op naar de volgende grot om nog meer stalactieten, stalagmieten en gloeiwormen te bewonderen (dit keer in een zeer kalme wandel-door-brede-gang-en-dobber-in-bootje-toer). De gloeiwormen zijn erg stoer! Net een sterrenhemel, maar dan ín de grot of onder de bomen.


Daarna, omhoog! (zowel al in terug naar boven de grond als noordwaarts) Noot aan iedereen in Nieuw-Zeeland: als je iets bóven Auckland wilt zien moet je hoe dan ook dóór Auckland heen rijden. Die stad is namelijk eigenlijk een beetje te groot voor het stukje eiland waar het op ligt, waardoor het de hele breedte van het land beslaat. Oh ja, en door het centrum van een stad met ongeveer anderhalf miljoen inwoners rondjes rijden met je auto omdat je eigenlijk op zoek bent naar een slaapplaats maar je weet niet waar je heen moet is geen leuke middagbesteding (maar oke, het leven is lijden he).


Theoretisch gezien is het erg leuk een grote stad als Auckland te bekijken. Praktisch gezien is het parkeren er erg duur, is het gevuld met souvenirwinkeltjes gerund door Aziaten en zijn er erg veel mensen. Auckland hadden we dus snel gezien, op naar iets interessanters. Bomen in ons geval. In Waipoua Forest staan namelijk een aantal heeeeeeeeeleeeeeee grooooooooooooteeeeeeeee kauribomen. Middenin een subtropisch regenwoud. Na een paar mooie wandelingen overdag in een erg mooi bos met een aantal zeer opmerkelijke (gigantische) bomen volgde een nacht met slaapliedjes door die gekke bruine loopvogels met lange snavels die ze hier hebben. Een geslaagd bezoekje aan het bos, al met al.


En daarna weer terug door Auckland (drie hoeraatjes voor de uitvinder van het concept 'stad'). Theoretisch gezien moesten we daarvoor over een tolweg. Praktisch gezien reden we opeens een bord voorbij “Not paying is an offence” (niet betalen is strafbaar) en vlak daarna een bord “Einde tolweg”. Bleek dus dat we via internet moesten betalen (gelukkig kon dat ook achteraf).

We besloten naar een iets kleinere stad te gaan, namelijk Hamilton. Het was ondertussen 17 maart, Sint Patrick's Day en deze heuglijke dag moesten wij natuurlijk wel in de buurt van een pub doorbrengen. Was best gezellig, ik was zelfs bijna in het groen gekleed (geel t-shirt en blauwe broek, wat willen ze dan nog meer?). Wel lastig om met mensen te praten met luide muziek. En nee, ik ga niet dansen.
(Oh ja, en Berbertje was jarig! Maar die zit op Ameland)


En na wederom een stop in Palmerston North (“Oh no, not you again!”) vertrokken we dan echt op de veerboot naar het Zuidereiland. Theoretisch gezien kwamen we met een rustige zee en mooi weer behouden in Picton aan. Praktisch gezien ook.
Op Milonia's verjaardag zijn we van Picton naar Westport gereden, hierbij staken we het eiland soort van over. Dat het gebied daar bekend staat om zijn wijngaarden was duidelijk. Zover als je kon zien (tot aan de bergen dus) strekten zich links en rechts wijngaarden uit. Onderweg kwamen we ook de Buller Gorge tegen, een soort rivierravijn overbrugt door een smalle hangbrug. En als je die brug oversteekt dan kom je bij een oud goudzoekersterrein. Best grappig om rond te kijken, alleen die brug was een beetje wiebelig en eng, daarom hebben we de kabelbaan maar terug genomen. We hebben in het stukje bos daar ook nog de zeer zelden geziene morepork (Nieuw-Zeelandse uil) gezien. En gefotografeerd natuurlijk. Erg bijzonder!


In Westport aangekomen werden we begroet door vrij veel weka's. Deze loopvogels lijken wel wat op kiwi's, alleen hebben ze een staart, een kortere snavel en zijn het dagvogels. En ze zijn niet bepaald schuw. Wel erg grappig.
En lawaaierig. Uitslapen was er niet bij. Ook door de vrij heftige regenval trouwens (mag ik een paar scouts-met-schep en waterdicht tentdoek lenen?)


Daarna van Westport naar Hokitika, onderweg even gestopt bij de Pancake Rocks. Deze bijzondere rotsen zien eruit als op elkaar gestapelde pannenkoeken, maar smaken gewoon naar steen. In Hokitika waren erg veel pounamu, oftewel groensteen, winkeltjes en ateliers. Ik heb mij prima vermaakt! Vooral met kijken, mijn budget houdt mijn kooplust over het algemeen aardig in bedwang. Op aanraden van en 'local' hebben we ook de plaatselijke bioscoop bezocht, deze was inderdaad erg mooi, mooie pleisterwerken op het plafond enzo. De film was niet heel bijzonder, op de special effects na dan (dat 3D is echt zeer apart).
En natuurlijk hebben we daarna de lokale gloeiwormenkolonie ook even een bezoekje gebracht.


Na alle regen (die nog steeds enthousiast op ons neerviel) waren wij wel toe aan een beetje kou. Op naar de gletsjers dus!
Op slechts een 15km van de kust liggen twee gletsjers, de Franz Josef glacier en Fox glacier. Door hun ligging (ze strekken uit tot in een gematigd regenwoud) zijn het de best bereikbare gletsjers ter wereld, je hoeft immers niet eerst een hele bergrug over om er te komen, een simpel boswandelingetje is genoeg. Hierdoor zijn er ook veel toeristen die op de gletsjer willen lopen. Gelukkig zijn Nieuw-Zeelanders best wel slim als het op toerisme aankomt, dus op beide gletsjers was een wandeling-met-gids mogelijk. Onze keuze viel op de iets minder toeristische Fox gletsjer. Anne-Marie vond een halve dag met je voeten in het ijs wel genoeg, maar ik zag een hele dag wel zitten. Na een klein wandelingetje over een heuvel (met elke twee minuten lopen vijf minuten pauze, geen wonder dat je er dan drie kwartier over doet) kwamen we bij de gletsjer zelf aan. En toen kon het leuke werk beginnen! Crampons (soort ijzeren-onderbind-pinnen) aan, stok-met-pin mee en regenjassen dicht (ja, het regende nog steeds) en het ijs op! Het eerste deel van de tocht was over uitgehakte treden (dit was hetzelfde als de halve dag tocht), maar daarna verder over het 'ruwe' ijs. De gidsen hakten af en toe treden in steile gedeeltes en op een paar plaatsen gingen we met een klimtouw naar beneden of omhoog. En verder stampen op het ijs! Theoretisch gezien is de truck met crampons namelijk dat je de pinnen goed in het ijs stampt, zodat je stevig vast staat. Geen zorgen, je zakt niet zomaar door 300m ijs heen ;) Theoretisch gezien moet je ook opletten dat je niet op je tenen (of op die van een ander) gaat staan. Praktisch gezien komt het erop neer dat je wijdbeens over het ijs loopt te stampen. En een erg leuke middag hebt!
Af en toe hield het zelfs even op met regenen, dus er zijn ook nog foto's (volgen later). Er zijn erg mooie en vreemde vormen in het ijs, ik heb onder andere een ronde gang van zo'n 300m diep gezien en in een ijsgrot gelopen. Gek genoeg is de gletsjer op de foto's nog blauwer dan in het echt. Al was de gletsjer in het echt ook erg blauw en wit! Een voordeel van de regen was namelijk dat alle rotsen en stof die zich normaal gesproken op de gletsjer ophopen (deze zitten bevroren in het ijs en blijven achter als de bovenlaag van de gletsjer wegsmelt) weggespoeld waren. In plaats van de gebruikelijke laag ijs met een grijze rotsenlaag erop hadden wij dus een mooie wit met blauwe ijsrivier! (En een natte tent, kleding en camera).


Na deze erg mooie ervaring (mag ik nog een keer?) nog even een bezoekje aan de erg fraai aangelegde hotpools in Franz Josef gebracht (“Met echt gletsjerwater”, ja duh dat komt hier uit de kraan). Erg prettig, al is 40C wel een beetje aan de warme kant op den duur.


En toen was Akasha jarig! Onze volgende stop was halverwege Haast. Hier hebben we de bosjes even van wat dichterbij bekeken. En toen echt naar Haast zelf. Dit plaatsje is genoemd naar de geoloog die, volgens eigen zeggen, als eerste Europeaan de Haast Pas overstak. Het plaatsje Haast zelf is niet erg groot en dankt zijn bestaan aan de Haast Pas.
De Haast Pas is een oude route door de bergen die al door de Maori gebruikt werd op weg van en naar de westkust. Sinds 1960 ligt er een weg (waar auto's overheen kunnen rijden) op de route, en sinds 1990 is deze geheel verhard. Geen problemen voor ons dus. Wel enige wegwerkzaamheden. Aangezien we door een Nationaal Park reden (Mount Aspiring National Park welteverstaan) waren er onderweg ook best veel leuke wandelingen. In plaats van twee uur deden we een comfortabele dag over de Haast Pas, met veel stops voor wandelingen. Theoretisch gezien hebben ze hier een mooi systeem om aan te geven hoe fit je moet zijn voor een bepaalde wandeling en hoelang een wandeling ongeveer duurt. Praktisch gezien sturen ze mensen met kinderen steile heuvels op (Niet miepen! Doorlopen!) maar duren wandelingen van 20 minuten hoogstens tien. Erg leuk was wel de oude veeroute, waar tot pakweg 1960 kuddes met koeien met hun begeleiders langsliepen. Erg knap, het was zonder kudde koeien al 'oplettend makend'!


's Avonds kwamen we in Wanaka aan. Theoretisch gezien kun je hier slapen, praktisch gezien gingen we naar een DOC-camping (Department of Conservation, een soort Staatsbosbeheer) in het nabijgelegen Albert Town. Anne-Marie bewees maar weer eens dat niet alleen het verblijf boven de Noordpoolcirkel een rare invloed op het menselijk brein heeft, maar het verblijf onder de evenaar ook (“Hee kijk een begraafplaats!”-“Oh nee, het is een barbecue”- “Oh nee, het is toch een begraafplaats” Noot: Het was een begraafplaats, soort van. En oke, de Maori waren kannibalen, maar dit is toch een beetje overdreven :P ).


De volgende ochtend zijn we naar Puzzling World in Wanaka geweest. Dit is een soort museum met allerlei illusies, hologrammen en een labyrinth. Heel apart, vooral de kamer waarin water omhoog liep. Er staat hier ook een toren die theoretisch gezien om zou moeten vallen, maar dit praktisch gezien niet heeft gedaan tijdens ons bezoek. Ook heb ik wat geleerd over filmperspectieven (zoals gebruikt in onder andere Lord of the Rings). In het twee-verdiepingen-doolhof bleek de tactiek 'random afslagen nemen' boven verwachting goed te werken en na een poging tot het oplossen van puzzels onder het genot van een Ginger beer (alcoholloos) waren we op weg naar Queenstown!


Queenstown is de grootste stad van het zuiden van het Zuidereiland. De stad staat bekend als uitgangspunt voor 'avonturen' zoals skydiven en bungeejumpen, en alle etalages vertellen je dan ook hoe leuk het is zonder reden uit een goed werkend vliegtuig te springen. Ik heb mij maar niet laten overhalen.
Minder spannend, maar wel leuk was de gondola. Dit is een beetje vergelijkbaar met een kruising tussen een skilift en een reuzenrad. Het brengt mensen (vooral toeristen) op een heuvel om een mooi uitzicht over Queenstown te krijgen. Ook kun je bovenop 'lugen', op een karretje met stuur en rem een heuvelafwaarts parcours volgen. Theoretische gezien kun je hiermee erg hard. Praktisch gezien leek het parcours een beetje op een Nieuw-Zeelandse highway, vol bochten dus. Wel grappig om te doen.
En natuurlijk nog even de stad van dichtbij bekijken. Souvenirwinkels waren ook hier goed vertegenwoordigt, maar de vele outdoorwinkels en lokale markt maakten een rondje stad zeker de moeite waard. De cider was er ook lekker trouwens.


En op Mairwenna's verjaardag (alweer een jaar! Bijna geen Mini meer) richting het theoretisch mooiste gebied van Nieuw-Zeeland: Milford Sounds. Dat het ook het natste gebied is van Nieuw-Zeeland was goed te merken (ze meten de regenval hier in meters). Ook in dit grote National Park waren weer veel aanlokkelijke wandelingen onderweg. Vooral de Lake Gunn wandeling was mooi, we hebben ook de zeer zeldzame Nieuw-Zeelandse parkieten gespot! (en natuurlijk de nodige fantails, tomtits, woodpigeons en bushrobins) De bossen bestaan in dit gebied uit Nieuw-Zeelandse beuken, weer heel wat anders. De Mirror Lakes waren ook erg bijzonder, de vele zandvliegen iets minder. Onderweg ook weer veel wegwerkzaamheden, de gevolgen van de rotsverschuivingen die regelmatig de weg blokkeren waren goed merkbaar (de week voor wij er waren was de weg afgesloten).


Aangelokt door een gravelweggetje met verwijzing naar een wandeling kwamen we bij een oud arbeiderskamp, Hollyford. Hier vertelden ze ons dat wij daar wel konden slapen, en in een prachtig onverwarmd, onverlicht hutje sliep het inderdaad heerlijk (we konden wel in een hutje met kachel en licht, maar us bin zunig). De geur van kolenkachels en waterverwarming met een grote houtkachel droegen zeker bij aan de sfeer! En het lawaai van het electriciteitsaggregaat zal er ook wel bijhoren. Oh ja, toast geroosterd op een zeer oud type toastrooster boven een gasfornuis smaakt erg goed (met pindakaas en honing besmeerd uiteraard).
Vlakbij het camping-kamp stond ook een erg grote holle boom. Groot + hol + liaanachtige planten in bast = hele mooie klimboom! En het pad ernaartoe mocht er ook best wezen.
Theoretisch gezien zaten er ook gloeiwormen vlakbij het kamp, maar praktisch gezien konden wij ze niet vinden. Was wel een goede reden voor een wandelingetje in het donker (altijd leuk, twee mensen met teveel fantasie in een donker bos met een graf honderd meter verderop).
Met het gezellige getik van de regen op het metalen-golfplaten dak sliepen wij in.


Om de volgende ochtend wakker te worden met hetzelfde, inmiddels minder gezellige, getik op het dak. Ontbijtje met toast-van-boven-het-gasfornuis, en op naar Milford Sounds! (Dat was immers het eigenlijke doel van onze reis naar het meest regenachtige deel van Nieuw-Zeeland).
Na een interessante rit door de Homer tunnel (dwars door een berg heen, ze begonnen met het maken van de tunnel met houweel en kruiwagen en waren pas klaar toen de bulldozers al lang en breed waren uitgevonden) en over een slingerende weg langs een afgrond (as usual dus) kwamen we in een regeachtig Milford Sounds.


De Milford Sounds zijn, volgens Maori en Kiwi's, de mooiste Sounds van Nieuw-Zeeland. Eigenlijk is het geen sound (riviergevormd), maar een fjord (gevormd door gletsjers). Simpel gezegd zijn de zogenaamde 'Sounds' (dat is dus een verkeerde naam) in Nieuw-Zeeland een plaats waar bergen direct uit de zee oprijzen. De hoogste direct uit de zee oprijzende berg is Mitre Peak (Mijterberg) met ongeveer 1600m in de Milford Sounds. De zeer steile rotswanden zijn gek genoeg op de meeste plaatsen begroeit met bos. De kale steile rotswanden worden eerst bedekt met korstmossen, hieroverheen groeien 'gewone' mossen, die tot 25 keer hun eigen gewicht aan water kunnen vasthouden. De mossen sterven aan de onderkant af en vormen zo een beetje aarde, waarin andere planten zoals bomen en varens kunnen wortelen. Om niet van de rotswand af te glijden werken de planten op de berg samen, de wortels van de bomen en andere planten vormen een netwerk en geven elkaar zo stevigheid. Voordeel hiervan is dat de bomen zonder in de diepte te gaan met hun wortels toch kunnen blijven staan, nadeel is dat als er één boom omvalt er een hele rij bomen mee naar beneden gaat. Dit levert dan weer bijzonder groen (bos) en grijs (rots) gestreepte bergen op. En regelmatige afsluitingen van de weg naar Milford Sounds.
We besloten dat we de Sounds van wat dichterbij wilden bekijken (zonder te zwemmen, maar we bleven uiteraard niet droog) en boekten een 'discover more' boottrip mét bezoek aan een onderwaterobservatorium (10m onder water visjes kijken zonder nat te worden). De Fjord was indrukwekkend, nat, diep, groot en nat. De watervallen ook. Er waren ook schattige pelsrobben, al waren die ook nat.


Het onderwaterobservatorium was erg blauw, en verbazingwekkend droog. Door de vele regenval in de Sounds blijft er een laag van een paar meter zoet water op het zeewater drijven (en wordt iedereen natgeregend). Dit zoete water bevat veel plantenkleurstoffen waardoor het zeewater eronder donkerder is, en dus dieper lijkt voor de vissen en planten. Hierdoor komt er relatief ondiep veel 'dieper' waterleven voor. Het (witte) zwarte koraal schijnt erg bijzonder te zijn, ik vond de zeeanemonen en de elfarmige zeesterren ook best 'sweet'.


Na deze leerzame vaarervaring gingen wij weer richting Te Anau (=terug). Op de heenweg, toen het niet zo erg regende, hadden wij besloten de twee wandelingen die we tegenkwamen op de terugweg te doen. Na een eerste korte wandeling in de stromende regen kwamen we bij de 'Key Summit wandeling. Na een prettige klim (oeh heb ik nou de auto wel op slot gedaan? – hmm....beter maar even controleren – voeg hier tien minuten heen en tien minuten terug rennen in – ja ik had de auto dus op slot) kwamen we op een mooi uitzichtpunt aan. Althans, volgens het bordje dat er stond was het een prachtig uitzichtpunt. Aangezien wij in een wolk stonden zagen we vooral....nou ja wolk dus. Maar we hadden maar wel mooi een stukje van de befaamde Routeburn Track gedaan!
(Routeburn Track en de Milford Track zijn schijnbaar de mooiste meerdaagse hikes in Nieuw-Zeeland. Nadeel hiervan is dat je de hutten onderweg van tevoren moet boeken én bij elke hut moet overnachten. Wat betekend dat je vier (4!) dagen over 55 (vijfenvijftig!) kilometer lopen doet. Stelletje watjes! Maar qua prijs is het dan wel weer te vergelijken met de Fjällraven Classic).


Maar uiteindelijk kwamen we toch in Te Anau aan. Hier bleken ze ook een (gratis!) 'wildlife' park te hebben (Nieuw-Zeelands wildlife dus vogels), met Takahe. Takahe zijn een soort gans-grote blauw met groene loopvogels met een rode snavel. Er werd gedacht dat ze uitgestorven waren, maar in 1948 zijn ze 'herondekt' in de buurt van Milford Sounds. Mij deden ze een beetje aan dinosaurusvogels denken. Met hun dikke stevige poten en beetje plompe lijf leken ze zo weggelopen uit Platvoet.
Maar om weer ter zake te komen, na een lekkere fush 'n chups en redelijk goede nachtrust in Te Anau was het tijd om Invercargill met een bezoekje te vereren. Invercargill is de meest zuidelijke iets grotere stad, en theoretisch gezien (gebaseerd op verhalen van andere Kiwi's) wonen de meest vriendelijke Nieuw-Zeelanders hier. Praktisch gezien waren de mensen die we zagen inderdaad best aardig, maar was de stad niet echt bijzonder spannend. Het Queenspark was wel leuk, dit stadsparkje beslaat in totaal zo'n 80ha en heeft onder andere een eigen kinderboerderij (the usual, konijnen, geiten, varkens, herten, schildpadden) en volière.


En door naar Bluff! Dit is echt de meest zuidelijke plaats in Nieuw-Zeeland, van waaruit de veerboot en vliegtuigen naar Stewarteiland vertrekken (oke, dat is dus eigenlijk nog zuidelijker). Op de hoogste heuvel die Bluff rijk is (voor het eerst de klimversnellingen in onze automaat gebruikt!) hebben we nog even van het uitzicht genoten. We overwogen nog even naar Stewarteiland te gaan, maar aangezien er een Lodewijk-Loor-tunnel ligt besloten we toch maar door te rijden richting Dunedin.
Oh ja, onze auto doet het ook prima op het zandstrand tussen alle 4x4 vehikels.


Na een zeer korte stop in Gore (Country Music Capital of the World, hoe toepasselijk) kwamen we in Dunedin aan. Dunedin, Schots voor Edinburgh, is een stad waar goed te merken is dat veel van de eerste kolonosten uit Glasgow kwamen. Niet alleen de plaatsnaam zelf en de straatnamen, maat ook Schotse winkels gaven wel een hint. Dunedin is een geweldige stad. Er zit namelijk én een chocoladefabriek (Cadbury) én een bierbrouwerij (Speights). En daar kun je rondleidingen mét proeverij volgen. Gelukkig reed er een bus.
Na een zeer interessante middag verlieten wij met een tas vol chocolade en compleet gehersenspoeld de Speights brouwerij (hét bier voor de echte Southern man, of woman). Wisten jullie dat de Speights bierbrouwerij de zwaartekracht actief gebruikt in het brouwen van het bier? En dat ze de grootste kaurihouten brouwkuipen ter wereld hebben? Nee he? Weer wat geleerd. Oh ja, sorry maar ze exporteren niet. Dus ik kan nu wel gaan vertellen hoe pittig hun Porter bier en stevig hun Old Dark is, maar dat zou evenveel nut hebben als vertellen hoe verfrissend hun Traverse is. Dus ik zal mijn mond ook maar houden over de Summit lager (iets meer citrus dan Traverse) en ik zal helemaal niks zeggen over hun Gold Medal Ale (de klassieker). Het Old Dark Malt roomijs was ook zeer aan te raden!


Dunedin ligt vlakbij een peninsula, oftewel schiereiland. Op dit schiereiland zitten erg veel bijzondere beestjes, zoals Royal Albatrossen, geeloogpinguïns en blauwe pinguïns, pelsrobben en zeeleeuwen. De albatrossen zijn 'kleine grote albatrossen', wat inhoudt dat ze een vleugelspanwijdte van ongeveer drie meter hebben. En dan dachten we dat de meeuwen met een spanwijdte van een meter al aardig aan de maat waren. Ondanks dat de albatrossen één meter hoog zijn als ze op de grond staan wegen ze 'maar' zeven kilogram. De albatrossen beginnen pas met broeden als ze een jaar of twaalf zijn en brengen maar één jong per twee jaar groot (vermoeiend! Laten we een jaar vakantie nemen), doordat ze tegenwoordig regelmatig verstrikt raken in vissersnetten en door geïntroduceerde predatoren zijn ze enigszins bedreigt. De kolonie op het schiereiland bij Dunedin is één van de best toegankelijke kolonies voor 'vogelkijkers'.
Theoretisch gezien komen geeloogpinguïns tussen namiddag en schemer aan land en zijn ze erg zeldzaam en moeilijk te zien. Net als de zeeleeuwen (let op, deze zijn groter dan pelsrobben, hebben geen dikke vacht en liggen meestal op zand in plaats van op de rotsen). Praktisch gezien kwamen wij het pinguïnstrand opgelopen om vrijwel meteen twee overstekende pinguïns te spotten. Tel hier nog twee pinguïns in een nest op de heuvel (gezien vanuit de vogelhut) en een overstekende pinguïn op terugweg bij op en het totaal gespotte zeer zeldzame geeloogpinguïns komt op vijf! Maar de dag was nog niet over, dus snel door naar de blauwe pinguïnkolonie. Hier waren we overdag ook al geweest, toen hadden we een aantal jonge pinguïns (al bijna even groot als de volwassen pinguïns) gezien, maar rond half negen zouden de ouders aan land horen te komen om de jongen te voeren. Met een vrij grote groep mensen-met-camera's en twee gidsen-annex-toezichthouders stonden we een half uur lang naar de donkere zee te staren (misschien had ik toch een trui aan moeten doen). En jawel, een zwarte bewegende 'wolk' in de zee: de pinguïns! Maar een zwart stuk zee zien is natuurlijk nog niet echt pinguïns zien, ondertussen lieten de jonge pinguïns gelukkig al aardig van zich horen en zouden de volwassen pinguïns het veldje waar wij op stonden moeten oversteken. Nadat we allemaal op de grond gingen zitten omdat de pinguïns anders zouden denken dat we zeeleeuwen waren (maakt evenveel sense voor mij als 'Wordt wakker, doe alsof je slaapt' maar oke) keken we vol spanning om ons heen. En zaten we op de grond en keken om ons heen. En zaten op de grond en keken om ons heen. En zaten op de grond en keken om ons heen.
Na ongeveer een half uur gaf ongeveer de helft van de groep het op. En jawel, een paar minuten later kwamen er twee, enigszins twijfelachtige, pinguïns voorbij. Heel apart, zoals ze dwars tussen de mensen doorliepen. Een beetje koud, maar wel een hele mooie ervaring!


Helaas waren alle restaurants ondertussen al dicht, maar gelukkig hadden we nog een noodvoorraadje avondeten. Je moet er wat voor over hebben.


Wij wilden nog wel meer pinguïns zien, dus de volgende dag op naar Oamaru, dat bekend staat om de pinguïns. Hier aangekomen bleek het bezoeken der pinguïns echter nogal duur te zijn. Gelukkig waren er nog meer dingen te zien, zoals een heleboel Victoriaanse stijl gebouwen in Oamaru zelf, een vleesexportmuseum (zeer veterinair verantwoord uitje) en de Moeraki Boulders. De Moeraki Boulders zijn ronde stenen met een doorsnede van pakweg 0,5 tot 4 meter die op het strand liggen. Waarschijnlijk zijn de stenen ontstaan doordat stenen kristalliseerden om een kern (bijvoorbeeld kiezel of stukje hout) heen, een beetje hetzelfde effect als een parel. Deze ronde stenen lagen (en liggen) begraven in de lemen klifwanden aan de kust, door de werking van de zee worden ze stukje bij beetje uitgegraven. Een bijzonder gezicht! De stenen zijn echt rond als een bal. De 'jongst uitgegraven' stenen hadden een gladde leemachtige buitenkant, terwijl in de oudere stenen aderen van calciet zichtbaar waren. Nog oudere stenen waren uit elkaar gevallen en lagen in brokstukken op het strand. Ik vond het leuk! Maar ik houd dan ook van stenen.


Het was ondertussen eerste Paasdag, tijd om weer eens bergen op te zoeken! Met enige stops onderweg (onder andere bij Maori rotstekeningen) kwamen we bij Mount Cook Village aan. Met ongeveer 3700m is Mount Cook de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. Voor het beklimmen van Mount Cook zijn rotsklim en 'alpiene vaardigheden' vrij belangrijk, het is echt een hoge en onvoorspelbare berg (al vind ik dat de moderne klimmers wel een beetje valsspelen door naar 2000m hoogte te vliegen en dan pas te gaan klimmen). Dit zat er deze keer dus nog niet in. Maar er waren genoeg andere dingen te doen in de buurt! We begonnen maar met een wandelingetje naar een mooi uitkijkpunt over de Muellergletsjer, en daarna liepen we meteen maar door naar het dorp om wat te eten (we waren toch bezig en het was maar een drie kwartier, iets korter op terugweg).
Bij gebrek aan goedkope binnen-accommodatie brachten wij de nacht stevig ingepakt door in ons tentje (er werd ochtendvorst voorspeld, maar ik had het best warm met thermokleding en possum-merinosokken). De volgende dag weer op naar het dorp (in de auto deze keer). Wij hadden een foldertje gezien van een paardrijmaatschappij en een ritje door dit mooie landschap (een van de favoriete oefenrotsen van Sir Edmund Hillary (eerste succesvolle beklimmer van Mount Everest die in Nieuw-Zeeland trainde en klom, hij staat nog steeds op de vijf dollar briefjes) is gebruikt als achtergrond voor Minas Tirith in Lord of the Rings) leek ons wel wat. Bij de DOC (Department of Conservation) werd dit ons echter afgeraden door een medewerkster die zelf een rit had gemaakt en een beetje medelijden had met de paarden. In plaats daarvan besloten we maar te gaan varen. Varen? Jazeker! Bij de Tasman gletsjer, de grootste gletsjer van Nieuw-Zeeland, heeft zich een meer gevormd. Zo af en toe breken er stukken van de gletsjer af en die drijven dan nog een tijdje (afhankelijk van de grootte, meestal jaren) rond. In de zomer smelten ze, in de winter vriezen ze vast in de rest van het meer.
Een van de ijsbergen besloot een stukje ijs te laten vallen en een stukje te draaien toen wij er waren. Vrij veel ijs in beweging!


De Tasman gletsjer is een terugtrekkende gletsjer, dit komt vooral door het meer dat voor de gletsjer gevormd is. De temperatuur van het water is zo'n 2C, de temperatuur van het ijs is ongeveer -14 tot -16C . De gletsjer ligt dus als het ware in een 'warm bad'. Het meer is gevormd doordat de gletsjer, na enkele duizenden jaren van terugtrekken, opeens weer ging groeien. Hierdoor werd de bodem van de vallei op een grote hoop geduwd en werd het meer gevormd. De 'weggeduwde' bodem van de vallei is nog te zien als een muur van moraine (gletsjergevormde rots). En nu is er dus een grote gletsjer met een meer met ijsbergen.
De grootste ijsberg, Taniwha (genoemd naar Maori watermonster), was zo groot als een klein eiland! Toen de ijsberg van de gletsjer afbrak was de ijsberg twee keer zo groot als nu, maar na een jaar of wat zijn er wat stukken afgebroken en/of gesmolten.
De gletsjer zelf was bedekt met een laag stof en stenen (net als een deel van de ijsbergen trouwens, alleen de ijsbergen die recent zijn omgedraaid waren 'schoon'). Heel apart waren ook de lagen in de gletsjer (en in de ijsbergen!) gevormd door afwisselend lagen sneeuw (samendrukt tot ijs) en lagen stof en stenen in de gletsjer. Ik vind gletsjers wel leuk!


Na de ijsbergen was het tijd voor een wandelingetje. De Hooker Valley Walk scheen erg mooi te zijn (niet alleen voor mannen), en dat moesten we natuurlijk even zelf bekijken. Het was inderdaad een mooie route door een vallei, over twee van die leuke 'swingbridges' en uiteindelijk naar een uitkijkpunt over een gletsjer. Al met al een prettige middagbesteding.
Maar dat betekende wel dat we snel door moesten om voor het donker in Lake Tekapo te zijn. Dit lukte helaas niet helemaal (tent opzetten in het donker gaat prima, alleen het autorijden met al die rare koplampen hier is vrij irritant). Naast een camping en een meer waren er in Lake Tekapo een interessant oud kerkje van natuursteen en een beeld van een collie (ode aan de herdershond). Verder was er niet zoveel te beleven als je geen boot had.


Door naar Christchurch dan maar. Via de toeristische route, dus nog even gestopt in Geraldine en Ashburton. In Geraldine hebben ze namelijk 's wereld grootste trui! (Jazeker, dat konden we niet overslaan!) En als klap op de vuurpijl hebben ze er ook nog een oud wandtapijt over een veldslag in 1066 als mozaïek (daar heeft de kunstenaar 10 jaar aan gewerkt), wat best leuk was om te zien. De beste man hield behalve van knutselen ook van wiskunde en puzzels, en had goedgevulde cd-roms te koop met al zijn creaties. En hij wilde er ook graag over vertellen.
Iets later dan gepland kwamen we in Christchurch aan om, verrassend genoeg, in één keer goed te rijden naar de camping. Helaas bleek de camping in kwestie volgeboekt en moesten we alsnog de halve stad doorkruisen om een andere te vinden.


Christchurch hadden we al een eerder bekeken, en steden zijn ook maar steden, dus de volgende dag (vandaag) weer verder. Na een mooie 'scenic route' (soort van toeristische route maar dan aangegeven) kwamen we bij Hanmer Springs. Dit plaatsje staat, hoe raad je het, bekend om zijn thermale bronnen. Na een prettig ontspannen tussenstop (afwisselend in 28 tot 41C baden met en zonder zwavel) stapten we volledig relaxed in de auto.
Om vervolgens enige tijd te moeten wachten omdat er 2600 (tweeduizend-en-zeshonderd!) schapen op de we liepen. De herder was even (met zijn vier honden) de kudde aan het verweiden. Over de heuvel. En over de 100km per uur weg dus. Die schaapjes hebben een betere conditie dan mijn Texelaars! (Had ik al verteld dat de eerste twee ooilammeren van dit jaar geboren zijn! Go Earendil!)
Uiteindelijk kwamen we toch in Kaikoura aan. Waar we nu dus zijn. Op een zeer bekend uitziende camping (het lijkt wel alsof we hier eerder geweest zijn.... maar dat zijn we ook). Morgen staat 'whalewatchen' oftewel een poging tot walvissen kijken op het programma. Hopelijk zien we ook dolfijnen. Misschien houd ik jullie wel op de hoogte.... ;)














P.S. Ze hebben hier vreemde TV programma's, bijvoorbeeld over “The fungal fruits of the forest floor” (in de rest van de wereld ook wel paddenstoelen genoemd).

P.P.S. Ze hebben hier ook erg vreemde TV reclames, variërend van 'wedstrijden' tussen wormmiddelen (cydectin scoort!) en crème-eieren die negen jaar in het bos doorbrengen tot vloerisolatie die een trouwbelofte aflegt. Oh ja, en de wasmachineproducenten hebben het raadsel van de verdwijnende sokken nog niet opgelost, dus delen ze gratis sokken uit.

  • 07 April 2010 - 10:13

    Janny:

    Hee Marije, jij doet niet onder voor Anne-Marie. Het was weer een heel leuk en leesbaar verhaal.

    Volgens mij komen jullie met hele andere kleren terug dan op de heenweg. Thermo kleren kan ik me niet herinneren dat Anne-Marie die had.

    Nog 9 dagen en dan zien we jullie weer live. Ik verheug me er enorm op.

    Groetjes en een goede thuiskomst.

  • 07 April 2010 - 13:18

    Marja.:

    weer een mooi verhaal. ben er even voor gaan zitten.....Leuk dat je het voor Pietrik en mij zo lang hebt gemaakt.Ik zat ook nog niet.Maar even zo goed hartstikke leuk tijdverdrijf voor iemand met een gebroken voet. Maaar ik sta wel op schiphol volgende week, al moet ik kruipend.
    We hebben de jarigen lekker verwend met slobber, behalve berbertje maar ja die zit op Ameland.
    Als ik ooit weer de kans krijg naar Nieuw Zeeland te gaan begin ik op het zuidereiland., (ook al was het noorder ook mooi)
    Hoop dat er nu wel kans is om walvissen te spotten en niet zo als we er met z'n allen waren met die zeer plotselinge storm
    geniet nog even van de laatste dagen daar.

  • 07 April 2010 - 23:58

    Henry (de Pa Van):

    Hoiii Marije, hartstikke mooi verhaal, heb er van zitten genieten, alsof we er hier zo in meereizen!
    We zien al naar al de foto's uit, compleet met jullie verhaal, maar dat duurt nog.... 9 ohw nee 8 dagen....

    Zal bij het bekijken van de foto's met jullie niet verder ingaan of vragen stellen over het onduidelijke verband tussen de Hooker Valley en de ijskoude gletsjers want ik denk dat A.M. me vermoord :p

    Hoop dat de Walvissen jullie guntig gezind zijn en op bijna aai afstand langskomen :)

    Heeeel heel veel plezier de komende dagen en .... Op z'n egeltjes.... heeel voorzichtig en rustig aan doen.

    Groetjes vanuit een warmer wordend Nederland alwaar het breaking news is dat Job Cohen nu de PvdA leider is geworden omdat Wouter Bos op z'n jonkies gaat passen.. :S

    en Wilders helaas nog steeds niet aan de perfecte spirituele demonisatie is begonnen :)

    doeiiiiiiii

  • 10 April 2010 - 18:38

    Fam. G. Van Der Veen:

    Wat weer een verhalen van jullie belevenissen daar. Super hoor om het allemaal te lezen.
    Stiekem hebben we jou ook gevolgd hoor. Vraag maar aan Anne-Marie wie wij zijn. (haha)
    Geniet van jullie laatste weekje daar.

    Groetjes van Gerard, Ina, Dion en Justin van der Veen

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nieuw Zeeland, Kaikoura

Marije

Actief sinds 27 Okt. 2009
Verslag gelezen: 478
Totaal aantal bezoekers 43341

Voorgaande reizen:

01 November 2013 - 30 April 2014

Vetting in Campbeltown

07 September 2013 - 31 Oktober 2013

Vetting on Skye

16 April 2013 - 03 Juli 2013

Vetting in Scotland

06 November 2009 - 16 April 2010

Onderzoeksstage ver weg

Landen bezocht: